Als je zeker wil weten dat het nooit meer goed komt tussen jou en een ander heb ik een tip: beschuldig hem/haar ervan niet integer te zijn. Als je dat doet raak je de meesten van ons rechtstreeks in zijn of haar waardigheid. Zelfs een beruchte crimineel liet laatst in de krant optekenen dat hij ‘toch heus heel integer was’.
Integriteit is een kernwaarde van ons als mens, sterker ik durf te stellen dat het de motor vormt van ons ‘geweten’. Een gesprek over integriteit gaat daarom altijd over de vraag waarom je iets doet zoals je doet en hoe je dat verantwoordt naar jezelf én naar de anderen in je omgeving. Integriteit gaat over waarden: over jouw persoonlijke waarden als mens (dat wat je geweten vormt), en over gezamenlijke waarden die we in een (werk-) gemeenschap delen .
En over dat laatste wil ik het hier hebben. Ik ben regelmatig betrokken bij gesprekken over integriteit met bestuurders en met gemeenteraden. Als je spreekt over wat dan die gezamenlijke waarden zijn als gemeenteraad krijg je vaak twee soorten gesprekken. Het eerste soort gesprek gaat over ‘belangenverstrengeling’ in de rol van volksvertegenwoordiger. Immers het is de bedoeling dat je als raadslid voeling hebt met de kiezers, maar tot hoever kan je hierin gaan? Wanneer is de kennis en deskundigheid die je inbrengt door je activiteiten in de gemeenschap van waarde voor de democratische afweging en wanneer wordt er onder het mom van kennis teveel één belang belicht? In feite verschuift het gesprek dan van een integriteitsvraag naar een gesprek over de invulling van de lokale (representatieve) democratie.
Een tweede gesprek gaat vaak over de grenzen van het politieke spel. Wanneer vinden we dat we over de grens gaan in onze strategie als raadslid om bepaalde wensen binnen te halen? Wat is wel en niet geoorloofd, of te wel wat vinden we wel en niet meer integer? Mag je bijvoorbeeld lekken uit een (geheime) commissie vergadering als je vindt dat jouw partijstandpunt onvoldoende wordt meegenomen? Mag je een politieke rivaal openlijk zwart maken op basis van vermoedens? Mag je persoon en zaak vermengen in het debat? Hoe verhoudt de partijpolitieke opgave zich tot de gemeenschappelijke opgave van de raad om te komen tot een goede belangenafweging? En is het integer om helemaal niet te luisteren naar de belangen en wensen van de minderheid als je sowieso een meerderheid hebt?
Het agenderen van integriteit is een gevoelige zaak. Juist omdat integriteit zo raakt aan ieders eigen moreel kompas. Maar in de praktijk blijkt het voor een college of gemeenteraad een uitstekend vertrekpunt te zijn om democratische vraagstukken scherp en urgent op tafel te krijgen. Want een gesprek over integriteit gaat om de kern: de kern van ons geweten als mens maar ook over de kern van de waarde van de democratie.